Hoe veilig zijn levensverzekeringen?
De media berichten regelmatig over de bescherming die bankdeposito’s en andere financiële instrumenten genieten in geval van faillissement van een bank of financiële instelling. Logisch dat de vraag rijst of dergelijke regeling ook geldt voor levensverzekeringen.
Het antwoord luidt “nee, maar …”. De (levens)verzekeringsbranche staat reeds sinds de nadagen van de “grote crisis” van 1929/1930 onder een scherp toezicht van de Belgische overheid, die daarenboven de bepalingen van Europees recht in nationale wetgeving heeft omgezet. Sedert de invoering van het veralgemeende toezicht op verzekeringsactiviteiten kende België geen faillissement van enige (levens)verzekeraar. Waaraan is dat te danken?
In de eerste plaats aan het feit dat verzekeringsondernemingen technische voorzieningen aanleggen. Zij vertegenwoordigen het bedrag dat vandaag nodig is om alle toekomstige uitkeringen te kunnen verrichten. Deze voorzieningen worden, als er sprake is van een rendementswaarborg, voornamelijk gedekt door beleggingen in euro’s (geen valutarisico), en vooral in obligaties. Inzake levensverzekeringen bedraagt de waarde van deze beleggingen, per eind 2007, 156,3 miljard euro Het verzekeringstoezicht –bij ons de Commissie voor het Bank- Financie- en Assurantiewezen (CBFA)- let op de overeenstemming tussen de aard van de verbintenissen die de verzekeraar moet nakomen en de beleggingen die hij doet, met bijzondere aandacht voor de spreiding en de kwaliteit van deze beleggingen. Deze middelen zijn letterlijk en figuurlijk het onderpand dat desgevallend aan de klanten toekomt.
Hou er rekening mee dat verzekeringen die geen rendementswaarborg bieden, maar conform de keuze van de klant belegd worden in activa waarvan de waarde kan schommelen, berusten op een goed inzicht in het beleggingsrisico dat de klant op zich neemt.
Bovendien eisen de EU verzekeringsrichtlijnen dat de verzekeraars bovenop en los van voormelde technische voorzieningen beschikken over een solvabiliteitsmarge, die extra veiligheid garandeert. In de praktijk houden de Belgische verzekeraars gemiddeld een solvabiliteit aan die dubbel zo hoog ligt als de wetgeving vereist: het gaat hier om nog eens 11 miljard euro. De CBFA controleert regelmatig of de verzekeraars ook effectief bestand zijn tegen schokken op de financiële markten.
Tenslotte waakt de CBFA, en dat is een Belgische bijzonderheid, op de rendabiliteit van de verzekeringsondernemingen in iedere tak: dat betekent dat het alarm niet pas afgaat als de solvabiliteit ontspoort, maar wel van zodra er iets fout gaat met het beleid van de verzekeraar, waardoor hij structureel verliezen zou beginnen boeken.
Deze driedubbele preventieve bescherming garandeert de veiligheid van de spaar- en voorzorgsproducten van de Belgische verzekeraars.
bron : Assuralia